Van de voorzitter: Afscheidscolumn
Met pijn in het hart klim ik voor de laatste keer als uw voorzitter in de pen voor deze VDBZ-column. Volgende week zit ik voor de laatste keer de Algemene Ledenvergadering (ALV) voor en dan neem ik een paar jaar iets meer afstand van de Haagse realiteit. Ik zie daar naar uit en tegelijkertijd valt het me zwaar dat ik afstand neem op een moment dat ons mooie ministerie voor een aantal grote uitdagingen staat. Er zijn ongekende bezuinigingen afgekondigd en BZ zal zoals het ernaar uitziet hard worden geraakt (kortingen op ODA, non-ODA en 22% taakstelling). Dat raakt ons hele ministerie, inclusief het postennetwerk. Onze nieuwe bewindspersonen zullen naar verwachting snel aantreden nu de gehele beoogde kabinetsploeg bekend is. Zij zullen vervolgens richting en invulling moeten geven aan de interpretatie van het hoofdlijnenakkoord en de navenante keuzes die moeten worden gemaakt.
Tegelijkertijd maken veel collega’s zich nu al zorgen. Voor veel jongere collega’s is dit de eerste keer in hun carrière dat zij een dergelijke bezuinigingsoperatie meemaken. Maar ook veel collega’s op de posten vragen terecht hoe de bezuinigingen ons postennetwerk zal raken. Veel collega’s hebben de afgelopen jaren met hart en ziel aan bepaalde internationale thema’s gewerkt die nu allemaal ter discussie worden gesteld. Het moge duidelijk zijn dat we de komende jaren weer veel aan soul searching zullen moeten doen: wie zijn wij als BZ, waar gaan we voor en waar staan we voor? Daar zal een hele duidelijke missie en visie uit moeten voortvloeien. En daarbij zullen ook hele duidelijke keuzes moeten worden gemaakt. Hetzelfde werk doen met een vijfde minder mensen is domweg onmogelijk.
Kennelijk dringt het in de Haagse realiteit niet voldoende door dat als wij als welvarend Nederland ons verdienmodel op de langere termijn in stand willen houden, ons binnenland onlosmakelijk is verbonden met het buitenland. Daarbij spelen onze posten een cruciale rol, om te beginnen met de dienstverlening voor Nederlanders in het buitenland. Op de korte termijn lijkt het vanuit de politiek wellicht aantrekkelijk om rigoureus ambassades te sluiten, maar op de langere termijn zullen we daar nog lang de negatieve gevolgen van ondervinden.
Wat de VDBZ betreft komt er geen afbraakbeleid en blijft excellente diplomatie het uitgangspunt (zie ook de column van mijn collega Bert de Wilde). We zullen er vanuit de VDBZ en de OR op toe blijven zien dat we, samen met andere bonden, bij de herijking worden betrokken. En niet alleen in de context van bezuinigingen, maar ook in het kader van de herziening van ons personeelsbeleid (daarover meer in de column van mijn collega Elbrich Algra). We verwachten dat de werkgever duidelijkheid verschaft op momenten die ertoe doen (en dat we zaken die raken aan de bestaanszekerheid van collega’s niet uit de media hoeven te vernemen). En we verwachten nette afspraken en goede regelingen. Mensen zijn ten slotte het belangrijkste kapitaal wat we hebben.
Omdat ik van nature een optimist ben, wil ik deze column ook niet eindigen in mineur. Ik ben namelijk heel blij dat ik op deze plek kan aankondigen dat uit gesprekken met een aantal collega’s Simone Kreutzer volgende week tijdens de ALV zal worden voorgedragen als kandidaat voor het voorzitterschap van onze mooie vereniging. Extra reden om elkaar op 19 juni te treffen, ik hoop velen van u daar te mogen zien!
Dank voor alle samenwerking en contact de afgelopen maanden. Een speciaal woord van dank aan mijn collega-bestuursleden en de leden van de Raad van Advies. Het gaat u allen goed, hou elkaar goed vast in deze uitdagende tijden!
Rob Anderson