Van de (vertrekkende) voorzitter: excellente diplomatie
We rollen langzaam de zomer in. Vervangingsrelaties worden afgestoft, out of offices staan aan, de laatste e-mails worden gedaan en de VDBZ heeft de traditionele ALV. Die laatste werd goed bezocht. Mogelijk ook om dat we een beginnende discussie hadden over het vak van diplomatie. Een zeer actueel onderwerp waar we als VDBZ verder mee moeten gaan. Bij defensie hebben we het over effectieve defensie, bij het ministerie van onderwijs over goed onderwijs en bij BZ over excellente diplomatie. Die discussie is onder meer belangrijk omdat we met zijn allen nog steeds niet weten waar het precies over gaat. Een van de fouten die we maken is dat we het gesprek vernauwen tot wat onze ambassadeurs in het buitenland doen en dus wat een ambassadeur (m/v) allemaal wel niet moet kunnen.
Dat is een te beperkte visie op het onderwerp. Diplomatie is breder dan onze 100+ topdiplomaten, veel breder. Zij kunnen niet opereren zonder een goede OM-er die weet wat de gebruiken in een land zijn, zonder een financieel expert die de grenzen van het mogelijke aangeeft, zonder een junior diplomaat die hen inhoudelijk adviseert, zonder een hoofdkantoor met experts en landenmedewerkers en ICT-ers, goede contacten met vakdepartementen en nog zo veel meer.
Kortom excellente diplomatie drijft op de hele breedte van Buitenlandse Zaken. Wat uit de algemene discussie over diplomatie naar voren komt is dat diplomatie niet in een dag geleerd is: het vraagt om vlieguren en ervaring, het vraagt om jaren opereren in een internationale omgeving, om talenkennis en kennis van zaken van internationale organisaties. Die ervaring doe je niet op in een paar dagen. Daarom hebben wij een loopbaandienst waar we mensen zorgvuldig opleiden.
Aan BZ nu de uitdaging om die loopbaandienst zo in te richten dat we mensen, middels verschillende loopbaanpaden, goed blijven opleiden. En daarbij gaat het er niet om BZ een gesloten fort te laten zijn. Integendeel zou ik zeggen. Laten we vooral van elkaar leren en met een open blik naar de rest van de rijksoverheid en andere internationale organisaties staan. Waar het wel om gaat is om al die mensen binnen BZ een perspectief te bieden: van OM-ers die ook op de posten aan het werk gaan tot specialisten in financieel beheer, experts die inhoudelijk op een specifiek onderwerp kunnen excelleren en senior diplomaten die ook in staat moeten zijn om hun managementverantwoordelijkheden op zich te nemen. Dat vraagt om een personeelsdienst die plant, stuurt en weet welke mensen ze in huis hebben en om een bestuursraad die een heldere koers uitzet zonder kinnesinne en ruzie onderling.
Nu ik het voorzitterschap van de VDBZ neerleg ben ik niet pessimistisch: er is veel veranderd op BZ in de afgelopen jaren, heel veel. En de tekenen voor de toekomst zijn gunstig: HDPO staat aan de vooravond van fundamentele reorganisatie, de bestuursdienst is met nieuw elan aan de gang gegaan en de professionalisering van BZ zet door. Ik wens mijn opvolger ad-interim Elbrich Algra en het hele VDBZ team alle goeds, een scherpe blik en kritische houding om BZ deze koers te houden. Houdt ons allemaal bij de les en durf uit te spreken wat uitgesproken moet worden: dat is de VDBZ ten voeten uit. Wij zijn klaar voor een moderne extern gerichte diplomatie, wij zijn de VDBZ!
Job van den Berg